De heks van Denemarken
Door: Angeline
Blijf op de hoogte en volg Angeline
05 Juli 2020 | Nederland, Amsterdam
In 1975 fietste ik naar Kopenhagen. Samen met Jan en onze vrienden Rob en Marja. Zij op hun tandem, ik op mijn eerste racefiets. Ik kocht hem in Amsterdam Oost, bij ome Arie en werd in de Pijp uitgescholden met “hé een meid op een racefiets”.
Ik herinner me een van de eerste overnachtingen, in ons familievakantiehuisje in Friesland. Afscheid van mijn ouders.
Daarna ging het echt gebeuren. Dwars door de Groningse eindeloosheid. De Dollard over. Ik herinner me de verwondering over de Duitse Waddenkust. Zo mooi en eenzaam. Ook toen al trok het noordse landschap me aan.
Daarna worden de herinneringen schimmiger. Gele velden en zachte duinen. Kleine eilandjes en lieflijke huisjes met rode daken. We bezochten veel bakkerijen. Marja moest eten, die viel alsmaar af. Gebakjes met slagroom, die hebben we veel gegeten.
Kopenhagen. Ik herinner me het beeld van het zeemeerminnetje. De verwondering over hoe klein ze is. De kermis, Tivoli. En de kunstenaarswijk.
In de jaren daarna kwam ik in aanraking met de boeken van de Deense Schrijfster Suzanne Brogger. Ze beschrijft het platteland waar ze als vrouw van de grote stad is gaan wonen. Het gemoedelijke leventje met de dorpsgenoten. Haar satijnen lakens en extravagante kleding. En haar vrije opvattingen over seks. Dit alles leverde haar de bijnaam “heks van Denemarken” op. Mijn favoriete boek was Crème fraiche. Essays over het leven als vrouw, het platteland. Over haar achtergrond. Ik zie de omslag van het boek nog voor me, tussen haar andere boeken.
Mijn onderbuurvrouw uit de Hasebroekstraat waar ik van 1978 tot 87 woonde, leende de hele reeks van me. Zelf schrijfster, gevlucht uit Argentinië, was ze geïnteresseerd in de levensbeschouwingen van andere vrouwen met een bijzondere geschiedenis. Ik heb ze nooit meer terug gezien. Maar nooit vergeten.
En nu, een eeuwigheid later, keer ik terug naar Denemarken. Samen met Joop. We hebben het busje gepakt, de fietsen gaan achterop.
Vanmorgen, toen we voor de zekerheid toch nog maar even naar de officiële Deense site keken, ontdekten we dat je alleen het land in mag als je tenminste zes nachten onderdak geboekt hebt.
Daar gaat het laatste vrije principe. Dus knarsend en piepend proberen we in te loggen op sites, campings te vinden op de juiste afstand en te boeken.
De tijden zijn veranderd, de omstandigheden ook.
Maar de spirit is dezelfde.
Ik herinner me een van de eerste overnachtingen, in ons familievakantiehuisje in Friesland. Afscheid van mijn ouders.
Daarna ging het echt gebeuren. Dwars door de Groningse eindeloosheid. De Dollard over. Ik herinner me de verwondering over de Duitse Waddenkust. Zo mooi en eenzaam. Ook toen al trok het noordse landschap me aan.
Daarna worden de herinneringen schimmiger. Gele velden en zachte duinen. Kleine eilandjes en lieflijke huisjes met rode daken. We bezochten veel bakkerijen. Marja moest eten, die viel alsmaar af. Gebakjes met slagroom, die hebben we veel gegeten.
Kopenhagen. Ik herinner me het beeld van het zeemeerminnetje. De verwondering over hoe klein ze is. De kermis, Tivoli. En de kunstenaarswijk.
In de jaren daarna kwam ik in aanraking met de boeken van de Deense Schrijfster Suzanne Brogger. Ze beschrijft het platteland waar ze als vrouw van de grote stad is gaan wonen. Het gemoedelijke leventje met de dorpsgenoten. Haar satijnen lakens en extravagante kleding. En haar vrije opvattingen over seks. Dit alles leverde haar de bijnaam “heks van Denemarken” op. Mijn favoriete boek was Crème fraiche. Essays over het leven als vrouw, het platteland. Over haar achtergrond. Ik zie de omslag van het boek nog voor me, tussen haar andere boeken.
Mijn onderbuurvrouw uit de Hasebroekstraat waar ik van 1978 tot 87 woonde, leende de hele reeks van me. Zelf schrijfster, gevlucht uit Argentinië, was ze geïnteresseerd in de levensbeschouwingen van andere vrouwen met een bijzondere geschiedenis. Ik heb ze nooit meer terug gezien. Maar nooit vergeten.
En nu, een eeuwigheid later, keer ik terug naar Denemarken. Samen met Joop. We hebben het busje gepakt, de fietsen gaan achterop.
Vanmorgen, toen we voor de zekerheid toch nog maar even naar de officiële Deense site keken, ontdekten we dat je alleen het land in mag als je tenminste zes nachten onderdak geboekt hebt.
Daar gaat het laatste vrije principe. Dus knarsend en piepend proberen we in te loggen op sites, campings te vinden op de juiste afstand en te boeken.
De tijden zijn veranderd, de omstandigheden ook.
Maar de spirit is dezelfde.
-
05 Juli 2020 - 21:34
Angeline Donk:
Ik wens jullie veel prachtig noorderlicht. Draai je nog even die profielfoto om (als je die vijf adressen geregeld hebt natuurlijk...)? Voldoende deet aan boord? Go then! Heb het goed! -
06 Juli 2020 - 13:10
Rennie:
Hoe gaat het daaro? Veel plezier!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley